Opstaan na zes uur slaap en vele nachtelijke spraakberichten
via Whatsapp. Snel de laatste dingetjes in mijn koffer doen voor het kamp in
Bran. Met veel moeite de koffer onder het bed uit krijgen, omdat ik hem daar
mooi had vastgezet. Met een ontsteking aan allebei mijn voeten vanwege
muggensteken die ik op de eerste dag heb gekregen ging dat niet makkelijk. Naar
buiten om 6 uur Nederlandse tijd. Toen de busjes die ons naar Casa Sami zouden
brengen aan kwamen rijden, zagen we al de eerste straatkinderen in het ene
busje. Een hoop gezwaai en gelach verder reden we weg.
Na een kwartiertje in die busjes te hebben gezeten kwamen we
bij Casa Sami aan en kregen we een ongelofelijk hartelijk ontvangst. De
kinderen stonden in een rij, zodat we al kennis konden maken. Ik weet niet of
het lag aan de aspirines maar waarschijnlijk waren het de kinderen, op het
moment dat ik ze zag viel de pijn van mijn enkels meteen weg. Toen we een
poging hebben gedaan om alle namen in een keer te onthouden werden we door Ellen
naar de binnenplaats van Casa Sami gebracht om een groepsfoto te maken onder
het welkomstspandoek. Hierna gingen we terug naar de kinderen en de eerste
interacties vonden plaats. Het kleinste meisje dat in de groep zat (genaamd
Elena), bedekt met kleren met alleen maar bloemenprint kwam naar mij toe en
pakte mijn hand vast uit het niets. Dit is een van de meest speciale momenten
in mijn leven. Ze liet mijn hand niet los, totdat we in de bus naast elkaar zaten.
Iedereen had zijn buddy gevonden in de bus en bleef maar
glimlachen. Pepsi-Cola, handjeklap, tekenen, muziek delen en foto’s maken waren
de bezigheden in de bus. Natuurlijk mocht het bewonderen van mijn haar en het
op zoveel mogelijk manieren vlechten ervan niet ontbreken. De problemen die ik
had verwacht met de taalbarrière werden makkelijk opgelost met handgebaren en
geluiden nadoen.
Na twee tussenstops waarbij we bij een een hagedis hebben
gespot, vielen Elena en ik in elkaars armen in slaap in de bus. Toen we wakker
werden, waren we al in de bergen in Roemenië op tien kilometer afstand van
Bran. Het uitzicht was onbeschrijfelijk, het leek alsof we in Oostenrijk waren,
maar dan nog veel en veel mooier. Een gigantische berg was de steun voor een erg
groot kruis er bovenop. Het regende de laatste kilometers en ook toen we langs
het oude kasteel kwamen van Dracula maar toen we aankwamen bij de goede plek na
acht uur rijden in de bus scheen de zon en was het helemaal droog.
Een bruggetje over en we waren bij de twee gigantische
huizen, het voetbalveldje en de tuin bezaaid met mooie bloemen. We gingen eerst
alle spullen plaatsen op de kamers en daarna al snel allerlei spelletjes spelen
met de kinderen, (vooral voetbal). Na de activiteiten gingen we eten aan grote
tafels tussen de kinderen. We aten aardappelpuree, kip en als toetje pannenkoeken
met jam. Mihai, de jongen die Ruud sponsort en hem dan ook voortdurend om zijn nek vliegt, vond
dit het moment om Nika heel ‘subtiel’ te versieren. Activiteiten bedenken, nog
meer spelletjes spelen en een stafvergadering waren de dingen waar we ons na
het eten mee bezighielden. Daarna besloten Ruud, Carmen, Ellen, een animator
met een te groot ego van wie ik de naam niet weet en ik even naar de kampleider
te gaan voor een eventuele oplossing tegen mijn gigantische voeten en daarvoor
mag ik morgen dus lekker een uur eerder uit bed.
Gesprek van de dag:
Carmen in de bus als we bijna op het kamp aankomen: "Op het kampterrein staan allemaal mooie bloemen. Daar moet je heel voorzichtig mee zijn. Je mag ze ook zeker niet opeten! Begrepen?"
Kinderen: "Ja!"
Carmen: "Herhaal!"
Kinderen: "Op het kampterrein staan allemaal mooie bloemen. Daar moet je heel voorzichtig mee zijn. Je mag ze ook zeker niet opeten!"
Heel veel liefs, groetjes en kusjes van Indy.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten