Tussenstand 2015: EUR 16715,66 in samenwerking met de Stichting SOS Straatkinderen

vrijdag 6 juli 2012

De laatste dag

Vrijwel direct nadat ik wakker werd, kreeg ik dingen naar mijn hoofd als: 'Ik heb nog nooit iemand zo hard horen snurken!' en 'Is het bos eindelijk omgezaagd?'. Nadat ik mijn nieuwe talent had ontdekt gingen we ontbijten. Ilse was al vroeg naar de winkel geweest, zodat we 's morgens iets konden eten. Kort daarop vertrokken we met de slaxitaxi richting Casa Sami. Vijf van ons gingen in de winkel chips en appels kopen voor de kinderen bij wie we langs zouden gaan, de anderen moesten wachten op het terrein van Casa Sami. Dit vond ik een geschikt moment om Ellen te vertellen dat ik graag Nicoleta zou willen sponsoren zodat zij naar school kan gaan. Rond half 11 vertrokken we te voet vanuit Casa Sami om naar de woningen van de kinderen te gaan kijken. Allereerst kwamen we voorbij de woning van Alin en Alina waar wij niet naar binnen mochten van de vader. Bij de deur lag een hond die een reflectie van de vader voorstelde, hij blafte en gromde vies naar ons en had nog net geen blik bier in zijn poot, ik verwijt dat arme beest natuurlijk niets want met zo'n baasje kun je geen lieve hond zijn. Gelukkig zijn zijn kinderen nog niet verpest, maar ik vrees voor de toekomst. Hoewel ik de vader nooit heb ontmoet denk ik dat voor deze ene keer mijn vooroordelen niet misplaatst zullen zijn. We liepen gauw door en staken het spoor over. Eenmaal aan de overkant stuitten we op twee enorme olieleidingen, Ellen vertelt ons dat de oudere straatkinderen hier af en toe onder slapen, want er komt warmte van de leidingen af.

We lopen een stukje verder en gaan vervolgens via een smal pad naast een afgrond onder de leidingen door om bij de eerste huizen te komen waar we ook daadwerkelijk naar binnen gaan. Het eerste huis bestaat uit drie kamers: een keuken en twee slaapkamers met tv. Overal hangen tapijten aan de muren ter decoratie. De lekkages zijn niet op één hand te tellen en het is ondraaglijk heet. Ik schat dat de totale oppervlakte van het huis nog geen tien vierkante meter beslaat en hier wonen ze dan met twee volwassenen en vier kinderen. Nadat we alle kinderen chips en appels hebben gegeven gaan we op weg naar het huis van Ionela. Onderweg komen we nog verschillende plekken tegen waar de oudere straatkinderen slapen.

In deze tunnel sliepen voorheen veel oudere straatkinderen maar ons wordt verteld dat ze een aantal dagen terug zijn weggestuurd omdat er klachten waren gekomen. We vervolgen onze weg richting het huis van Ionela. Bijna bij het huis aangekomen komt er een taxi voorbij. De vrouw die met ons meeliep richting het huis van Ionela vertelt ons dat het haar zwager is die vandaag was vrijgekomen na een celstraf van 8,5 jaar. Dit stelt ons erg op ons gemak. Als we zijn aangekomen bij het huis, trapt een man de hond de deur uit om ons binnen te laten.

Dit is het huis van Ionela, je ziet de schimmel achter op de muur staan maar voor de rest is het toch redelijk onderhouden en zo mooi mogelijk gemaakt. Het afscheid raakte vooral Naima en Eef want zij hebben gedurende het kamp met haar en Nasar op een kamer geslapen.

We keerden terug naar Casa Sami om weer even op krachten te komen en onze rit te vervolgen. Vandaag was Casa Sami niet open, waarom weet ik niet want daar werd niet over gesproken. Wel werden er broodjes uitgedeeld vanuit het raam van de keuken, ieder straatkind dat aan de deur kwam kreeg een aantal broodjes mee zodat ze toch niet helemaal op zichzelf waren aangewezen.

We liepen de poort uit en kwamen een paar van de oudere straatkinderen tegen die net broodjes kwamen halen. Nadat Ilse al haar sigaretten had uitgedeeld vervolgden we onze reis richting het huis van Onur, Bubus, Burli en Nazar en het huis van Costi. Het eerste huis was in verhouding met de hoeveelheid mensen die er woonden echt verschrikkelijk klein. Gelukkig was het er wel erg schoon en zag je dat de vader er moeite op had gedaan het huis mooier te maken. De keuken was betegeld en de slaapkamer was bevloerd met laminaat en de muren waren mooi geschilderd. In het huis van Costi heb ik alleen de slaapkamer gezien, die er naar mijn mening ook verzorgd uitzag. We namen afscheid van de kinderen, dit keer werd ook mij het wat teveel en liep ik na de knuffels met de kinderen maar zo snel mogelijk weg.

Tijd om even te kalmeren was er niet want na nog geen vijf meter liepen we Florentina en Roxana tegen het lijf. Zij nodigden ons uit om ook bij hen een kijkje te nemen. Van Florentina en Roxana had ik altijd de indruk gehad dat zij het toch net iets beter hadden dan de meeste kinderen op het kamp, Florentina sprak namelijk het beste Engels van de groep en ze hadden allebei mooie kleren. Maar helaas, na een paar trappen in een flatgebouw beklommen te hebben en een gang zonder licht zijn doorgelopen, stuitten we dan eindelijk op de kamer van Florentina, Roxy en de moeder.  Zoals iemand het na het bezoek beschreef als 'de kast aan het einde van de gang', zo was het ook echt. Het huis was zo verschrikkelijk klein, het bestond voornamelijk uit bed en een gasfornuis met daartussen een halve meter beweegruimte. Het stonk er naar schimmel en alles was vies. Eenmaal weer buiten besefte ik pas echt wat die kinderen wel niet allemaal doormaken en barstte ik in huilen uit waarna zowat de hele groep volgde. Florentina zei tevergeefs 'please, don't cry', waarna ik ook echt probeerde te stoppen omdat ik wist dat zij zich schaamde voor het huis waarin ze woont. Gelukkig was dit het laatste huis dat we bezochten voor het middageten.

Na een biertje en een pizza vertrokken we richting de geitenstal waar Mihai en Nicoleta samen met moeder, stiefvader en twee broertjes wonen. Een van de broers heeft een bochel en de andere heeft het syndroom van down, ik durf me niet eens in te beelden hoe zwaar het voor hen zal gaan worden.

Aan de deur worden we ijshartelijk verwelkomd door de uitbuiter van dit gezin, die zich ernstig afvraagt waarom wij dit (in zijn woorden) 'uitschot' helpen. Na een pittige Roemeense discussie tussen Carmen en de uitbuiter geef ik de uitbuiter een blik waarvan ik hoopte dat hij kon doden en vervolgden wij onze weg richting de stal.

Het stikt van de onverzorgde babygeitjes en honden, het stinkt en er zijn ontelbaar veel vliegen. Het huisje waarin het gezin van Nicoleta en Mihai wonen is met planken aan elkaar getimmerd en heeft een plafond waardoor het stro en viezigheid door de balken naar beneden komt. In de eerste kamer durf je je mond amper open te doen uit angst dat er vliegen in je mond komen. Er huppelen een stuk of vijf kittens rond die Nicoleta zichtbaar opvrolijken. Er is gelukkig een vliegengordijn tussen de eerste en tweede kamer geplaatst zodat niet heel het huis onder de vliegen zit. Ook in dit huis ben ik niet echt verder gekomen dan de eerste kamer. We pasten maar met twee man tegelijkertijd in een kamer. En gezien het postuur van de moeder zullen ze er weinig tot geen ruimte hebben. Het huis was klein, vies en rot en daar leven ze dan met zes man in. Onvoorstelbaar, het is nu twee dagen geleden dat ik er was en ik kan het nog steeds niet beseffen dat ze daar echt met vier kinderen en twee volwassenen wonen en leven op kaas en melk. Ellen zei dat we maar beter snel weg konden gaan zodat het vertrek niet al te zwaar zou vallen voor de kinderen.

Het huis dat we hierna bezochten was het mooiste dat we die dag gezien hebben en zelfs dat huis stelde nog niet bijna iets voor bij de huizen waar wij in wonen. Ik kende de kinderen die er wonen niet maar ik was blij om te zien dat zowel de kinderen als de moeder er goed verzorgd uitzagen en dat het huis er netjes uitzag en voldoende levensruimte bood, iets wat van de andere huizen niet  te zeggen is. We zijn enkele minuten gebleven en vertrokken naar het laatste huis.

Dit was het huis van Razvan en Roxana Mare. Voorheen woonden zij in een verlaten bunker heeft Ruud mij verteld. Het nieuwe huis bestaat uit een verwaarloosde kamer in een soort verlaten appartementencomplex wat nog geen 100 meter van een modern ambassadegebouw afstaat. In de gezamenlijke achtertuin staat een wc die bestaat uit een houten hokje met een gat erin. Je kon de drollen zo zien liggen. Het huis of beter gezegd de kamer waarin Roxana met haar zus en neefje Razvan woont is klein en er is een matras en daar houdt het eigenlijk al op. Het is niet voor te stellen hoe de bunker geweest zou moeten zijn als ze genoodzaakt waren om hier te komen wonen. Ik ben blij dat Razvan toch elk moment van de dag een glimlach op zijn gezicht heeft, hoe hij het klaar speelt om in zulke omstandigheden  te kunnen lachen, dat weet niemand. Hij zou een voorbeeld moeten zijn voor velen. Wat er ook gebeurt, altijd blijven lachen.

Jesse Hoppenbrouwers

donderdag 5 juli 2012

Van het kamp terug naar Constanta

Ionela was vanmorgen extreem vroeg wakker. Naima en ik vonden dit minder leuk, maar omdat ze samen met Nazar deze week ons kindje was, stonden we toch vrij snel met haar op om alles in te gaan pakken. Ze was enorm opgewonden over het feit dat ze eindelijk terug naar haar moeder mocht en kleedde zich op haar allermooist aan. Alle tassen netjes ingepakt achterlatend gingen we naar het ontbijt dat deze ochtend (verrassing!) weer uit wit brood bestond. Wauw wat ga ik genieten van het bruine brood in Nederland! Costi zei ‘I love you' tegen me tijdens het ontbijt dus toen vond ik het niet meer zo erg dat het witte brood ook nog droog en oud was. Alle kleine kinderen gingen met de auto en de koffers naar het dorp waar de bus zou wachten. Carmen, Bogdan, Maria, Florina, Bubus, Iuliana en de Hollandse groep, behalve Ruud vanwege zijn rib, gingen te voet over een berg naar het dorp. Tijdens het omhoog wandelen kon Michelle niet meer. Gelukkig hadden we surrogaat mama Ilse die haar naar boven hielp. Toen we eindelijk aan de rand van het dorpje kwamen, zagen we onze koffers al in de berm liggen en zaten de kinderen allemaal samen in een hoekje schaduw. Er was geen wolkje aan de lucht en iedereen had het vreselijk warm. De bus was op z'n Roemeens bijna een uur te laat, maar iedereen was dolblij toen hij er was en we de frisse airco in konden. In de bus heb ik veel geprobeerd te slapen. Helaas is het niet zo goed gelukt omdat Razvan een voorgevoel heeft voor wanneer ik bijna slaap en dan graag liedjes zingt.  Tijdens de busstop belandden we bij een toiletgebouw met gesloten toiletten en overal poep om het gebouw heen. Dit zorgde voor een hoop flauwe grappen maar helaas schoot je er niks mee op als je net als ik naar de wc moest! De lunch was een kokoscroissantje. Zeker niet mijn favoriet maar je moet toch eten, dus propte ik het zonder te proeven naar binnen. We moesten eerder de bus uit dan de kinderen en ik hield het droog tot ik Costi geknuffeld had en twee stappen buiten de bus zette. Gelukkig stak ik meteen nog drie mensen aan en was ik niet de enige die daar stond te huilen.

Na een korte wandeling kwamen we bij het huurhuis. Ik vond het prachtig! Mooie kamers en een prachtige druivenstruik die overal doorheen groeide. Zelfs een dakterras, wat een luxe. Misschien was ik niet zo enthousiast geweest als het niet na zo'n kamp was, maar echt hoor, zo schoon! Ik heb er meteen gedoucht en was helemaal gelukkig.

We zijn met de Maxi Taxi naar Mamaia gegaan waar we gingen eten bij Bal Lans, daar waar Jur graag heen wilde. Het eten was er erg lekker en ook hier werd er weer een vleestoren weggewerkt, dit keer door Jur en Ruud met zijn tweeën! Roy moest steeds ‘nog 10 minuten!' wachten op zijn piranha en uiteindelijk waren we allemaal klaar met eten toen Roy zijn vis voorgeschoteld kreeg. Gelukkig was hij het waard en zorgde het ervoor dat Ruud en Jesse allebei wat van hun to do list af konden strepen. Bij Ruud piranha eten en bij Jesse piranhaoog eten. Ook Naima at een oog wat ik echt super stoer vond, want het zag er vreselijk ranzig uit. Na een schepijsje (bij Jelles vriendin van een vorige avond, wat ervoor zorgde dat die van hem twee keer zo groot was als die van mij) stapten we in de taxi en gingen we terug naar het huisje. Niet te geloven dat alles in een keer goed ging en we allemaal op het juiste punt uitstapten! We worden er steeds beter in, die Roemeense zaken. We hebben nog wat gelounged op ons terras met bier, waterpijp en rare Roemeense chips die verdwenen als je ze in je mond stopte en zijn toen gaan slapen in onze heerlijk schone bedden!

Eef Kolkman

woensdag 4 juli 2012

Kamp in Dambovita, deel 2

Door enkele miscommunicaties moesten wij als groep heel de planning voor het kamp zelf regelen. De meesten van ons hadden dit niet verwacht. We hadden verwacht mee te moeten helpen aan de activiteiten en af en toe iets regelen. Doordat wij alles moesten regelen was bijna iedereen helemaal aangeslagen en kwam nog amper vooruit. Hierdoor zijn Ilse en Ruud met de begeleiding vanuit Roemenië gaan praten en hoefden wij het tweede deel van het kamp alleen nog het middaggedeelte te regelen en kregen wij die dag nog een behoorlijke tijd voor onszelf.

De eerste dag van het tweede deel begon met natuurlijk het ontbijt, waarna we lang gingen zwemmen. Dit was zoals Roy al zei: een meesterzet! Het was zondag en er kwamen veel Roemenen van buitenaf zwemmen, het leek wel De Wedert als het in Valkenswaard 40 graden is.

Toen gingen we lunchen en volgde de siesta. In de siesta was ik gaan slapen en nog een aantal waren ook gaan slapen. We hadden al besloten de kinderen in groepen op te delen en ze verschillende spellen te laten doen. Degenen die niet gingen slapen hebben toen voor de nodige hulpmiddelen gezorgd en alles perfect uitgestippeld. Ze moesten basketballen, parasols inklappen, zaklopen, met een lepel en een ei lopen, traplopen op handen en voeten, flessenbowling en nog een spel met stoepkrijt. De kinderen vonden het hartstikke leuk om die spellen te doen, vooral omdat het een wedstrijd was. De groep van Dragos was laatste, wat hij helemaal niet leuk vond. De zon was alleen snikheet en aan drinken hadden we niet gedacht! Gelukkig hadden wijzelf nog wat water bij de hand, waardoor de kinderen toch niet uitdroogden.
Na het avondeten gingen we aan de tafels zitten, buiten naast de eetzaal en vertelde iedereen wat hij/zij later wilde worden. Dit willen ze elk jaar doen, om te kijken of sommige kinderen van mening veranderen. Jesse wilde regisseur worden, waarop Ellen vroeg: wat voor iets dan? > Jesse: Maakt niet uit, zolang het maar niet van die commerciële zooi is! Hierna legden we de kinderen in bed, waarna iedereen stuk voor stuk naar de tafels kwam voor het avondritueel! Lekker wat drinken, praten, muziek luisteren en de waterpijp aanmaken.

De tweede dag begon weer met het ontbijt, waarna het bijbelprogramma volgde. Hierin werdt het vanzelfsprekende aan bod gebracht: om goed te leven en een goede plek bij god te krijgen mag je niet stelen, liegen en je moet elkaar met respect behandelen. Respect is een van de belangrijkste begrippen in de omgang met Roemenen. Ook werden er kleine frustraties tussen de Roemeense kinderen besproken. Roxanne Mare werd vooral voor vanalles uitgemaakt tot onze verbazing. Zelfs door het engeltje Florentina, die eigenlijk helemaal niet zo'n engeltje is als ze haar zin niet krijgt. Om twee uur gingen we weer lunchen, waarop de siesta volgde. In de siesta gingen we als groep meestal de dingen voorbereiden voor het middagprogramma, maar het tweede gedeelte van het kamp gingen er toch wel af en toe een paar slapen.

Na de siesta gingen we een waterballonnengevecht houden en flessenvoetbal spelen. Heel de kamer van Jur en Jesse stond blank door het vullen van de waterballonnen. Daders: Jelle, Roy en Naima, wat niet werd gewaardeerd door Jur. Het flessenvoetbal was erg grappig, omdat er hier en daar sommigen valsspeelden. Hierdoor kon niemand het meer laten en pakte iedereen zijn of haar fles om elkaar nat te gooien. Dit vond ik vooral erg gaaf, want het leek wel een grote waterexplosie! Daarna gingen we het waterballonnengevecht houden, waarbij iedereen per ronde twee ballonnen kreeg. Deze ballonnen kwamen best hard aan, maar niemand raakte gelukkig gewond. Hierna gingen we zwemmen wat elke keer een groot succes was. De meeste kinderen hadden nog nooit een zwembad gezien! Vooral Mihai vond het helemaal geweldig en wilde later ook zwemleraar worden. De kinderen gingen weer omkleden en het avondeten naderde.

Na het avondeten had de begeleiding van Roemenië een talentenavond ingepland. De kinderen oefenden de hele dag door wat ze ons wilden laten zien. De talenten varieerde van dansen, vlechten, breakdancen, acrobatiek tot onze eigen circusact. We hadden met onze groep een circus bedacht, waarbij Michelle, Roy en ik een leeuwenact opvoerden. Sanne, Naima en Jur deden acrobatiek en Ilse, Jur en Eef deden een komische act met een olifant.
Michelle was de temmer van mij, de goede tijger, en Roy, de klunzige tijger. We hadden niets voorbereid, maar het werd een groot succes! Roy en ik doken het publiek in en ze werden erg bang van onze tijgerimitatie. De acrobatiek was ook goed gelukt. Toen kwam Dombo de olifant, Eef en Jur onder een doek, met begeleidster Ilse. Hierbij namen ze Bogdan in de maling door te doen alsof ze over hem heen plasten. Hierna kreeg iedereen een diploma, waarop stond wat hun goede eigenschap was. Vooral voor onze groep kwamen er een paar leuke uit. Zo was Jesse de grote Costi (joker), Jur het beste menselijke transport (kierker) en ikzelf djens leraar (profesur du djens). Dragos kreeg er eentje als grootste kind, waardoor die boos wegliep. De volgende dag vond Ruud het diploma van Dragos in de bosjes waarop we besloten een nieuwe voor hem te maken: de beste vriend van de Hollanders.

De derde dag begon zoals gewoonlijk weer met het ontbijt. Daarna had de eigenaar de brandweer laten komen voor de kinderen. De brandweerlieden gaven een mooie presentatie over wat je moet doen in het geval van een aardbeving. De kinderen luisterden allemaal erg aandachtig. Helaas kon de brandweerauto net als onze bus de helling niet op, waardoor er geen vuurshow werd gegeven.

Na de lunch en de siesta, maakten we de waterballonnen op en speelden we weer flessenvoetbal. Daarna hadden we de groep in tweeën gesplitst. De ene groep ging een speurtocht houden, waarbij de kinderen over het hele terrein heen en weer gestuurd werden en ze uiteindelijk een schatkistje op moesten graven. De andere groep ging trefballen en zakdoekje leggen. Vooral de speurtocht was een groot succes! Toen was het middagprogramma ook weer vol en gingen we weer avondeten.

Na het avondeten was het even wachten tot het kampvuur klaargezet was. Jur en Jesse waren al met iemand van het terrein 's middags hout gaan sprokkelen. Toen gingen we naar het kampvuur dat prachtig brandde bij het vollemaanlicht. Wel was het erg slecht neergezet door de mensen van het terrein waardoor je zag dat het om ging vallen. Toen gingen we naast het kampvuur zitten. Er werden ontzettend veel foto's gemaakt, die een mooi aandenken zullen zijn aan onze reis. De kinderen waren vooral erg emotioneel bij het kampvuur, omdat het een symbool was voor het afscheid van ons. Daarna ging iedereen slapen en richtten wij ons weer op het avondritueel.

Het vertrek:
De dag na het kampvuur gingen we ontbijten en vertrokken we weer terug naar Constanta.
De kleinere kinderen werden met auto's van de berg naar beneden gebracht. Ruud en ik ook. Ruud vanwege zijn rib en ik moest de koffers helpen uitladen. De grotere kinderen en de rest van onze groep met de Roemeense begeleiders moesten lopend van de berg zien te komen. Wat was het toch een heerlijk gevoel om überhaupt weer bereik te hebben. Toen was het nog even wachten in de schaduw op de bus, die ons weer terugbracht naar Constanta. Wifi in de bus leek wel een godsgeschenk na deze week.

Jelle van Horssen